Fotografie en industrie
"Je hebt maar één lezer, en dat is je volgende opdrachtgever […] Voor de opdrachtgever is het een groot spel van ijdelheden, zo’n gedenkboek. Hij wil een schitterend boek. Want het is zíjn boek. Hij is het boek. Zijn ijdelheid is boek geworden. Hij ligt daarin vast voor de eeuwen …"
Max Dendermonde, De Laatste Beeldschone Zwendel, 1988
"Heeft het niet iets hoerachtigs om bedrijfsboeken te maken?" vroeg een fotografiestudent mij ooit nogal boud tijdens een symposium over het fotoboek. Ik geloof dat hij met zijn vraag bedoelde of het als documentair fotograaf mogelijk is om in opdracht van een bedrijf een goed fotoboek te maken. Mijn antwoord dat niemand het vreemd vindt wanneer een architect rekening houdt met de toekomstige bewoners of gebruikers van zijn ontwerpen, verraste de student op zijn beurt.
Toch is de vraag begrijpelijk. ‘Publiek’ is zelden de eerste zorg van een kunstacademiestudent. Menig student veronderstelt zelfs dat kunst en creativiteit alleen in totale vrijheid en onafhankelijkheid kunnen ontstaan en gedijen. Vragen als ‘voor wie?’ worden dan als beklemmend en soms zelfs als hoerachtig gezien. Inderdaad valt het niet te ontkennen dat bedrijfsboeken vaak een loopje met de werkelijkheid nemen en ingezet worden als uitingen van reclame en propaganda.