Walter Benjamin
Vandaag de dag is het bijna onmogelijk om ‘ongeïnformeerd’ te blijven. Onze hersenen staan continu in verbinding met talloze digitale netwerken: e-mail, televisie, radio, youtube, twitter, facebook, mobiele telefoons, ipods, second life, chatsites, etc. We zijn voortdurend ingelogd en online. Al deze media sturen eindeloos veel signalen rond en zetten daarmee onze geest onder hoogspanning. Vroeger bediende het informatienetwerk zich van éénrichtingsverkeer: van het medium naar ‘de massa’. Maar tegenwoordig zijn we alweer vertrouwd met Web 2.0: allerhande media die niet alleen informatie aanbieden maar ons ook aansporen eigenhandig signalen aan het bestaande netwerk toe te voegen. Interactiviteit is het nieuwe toverwoord: veel digitale media proberen een informatierespons te activeren bij hun gebruikers.
Het digitale scherm is echter niet de enige plek waar we overrompeld worden door informatie. In de openbare ruimte (en vooral de stad) gebeurt hetzelfde: via billboards, posters, neonreclames, winkeletalages, shoppingmalls en festivals dringt onophoudelijk informatie bij ons binnen. Tel bij al deze media de traditionele distributieplekken van informatie op (musea, kranten, universiteiten, bibliotheken, overheden, bedrijven, gezondheidsinstellingen, etc.) en je begrijpt dat wij, moderne burgers, zijn ondergedompeld in een prikkelbombardement van tekst, beeld en geluid. Hoe hiermee om te gaan? Hoe te leven in een clusterbom aan informatie? Dat is de vraag die de Duitse filosoof Walter Benjamin (1892-1940) zichzelf al stelde in de jaren 1920 en 1930.